Zagoriadorpen en de Vikoskloof

Gepost door: Corry Gepost op: 31 mei 2008 | 0 Reacties

Tags: ,

Wow, de lucht is weer prachtig blauw en de zon schijnt volop als we wakker worden. Vandaag gaan we een rondje rond het Vikosgebergte rijden en onderweg hier en daar wat wandelen. De hele kloof lopen is niets voor mij, 12 km is wel érrug ver... De Vikoskloof is met zijn 900 meter diepte en 12 km lengte de grootste kloof van Noord-Griekenland. Het is ook de meest belopen kloof op het vaste land.


We rijden vanuit Monodendri eerst naar Megalo en Mikri Papingo, twee dorpen aan het andere eind van de kloof, zo'n 4 km van elkaar. Megalo is (hoe kan het anders..) de grootste en schijnt veel restaurants te hebben. Wat ook klopt, maar het is elf uur 's ochtends en uiteraard is alles nog dicht. We vinden wel een leuk terras bij een hotelletje, met uitzicht op de Vikos-canyon. Prachtig zicht, die hoog oprijzende bergrug achter het dorp. Ook vanuit Mikro Papingo is het uitzicht spectaculair. De dorpen zijn verder zoals alle Zagoriadorpen, stil en nogal grijs van kleur. Met grijs-witte huizen die grijze daken hebben (leisteen) en als enige kleur soms een gekleurde voordeur en kozijnen, maar vaak alleen de bloemen in de tuinen.  

Dan op weg naar Konitsa, via Mesovouni, Klidonia en Kalithea. Vlak bij Klidonia kun je rechts van de weg af naar een oude stenen boogbrug. Dat blijkt een schitterend plekje te zijn, koel en met een prachtig zicht op de inderdaad bijzondere brug. Het is tevens een wandelgebied. Magnifiek! Na een korte stop op een verlaten terras bij een hotel aan het eind van de weg, dat een raftingcenter zou moeten zijn (niets van te merken..) vervolgen we de weg. Die overigens super is, met spectaculaire vergezichten en zicht op de eeuwige (?) sneeuw in het Vikosgebergte. Na Konitsa wordt de weg een stuk bochtiger. Wat zeg ik, zeer veel bochtiger, je draait je suf aan je stuur. Het wordt stil op de weg. Amper een tegenligger meer te zien. De dorpen die we passeren, Elefthero en Palioselli, liggen er verlaten bij en zijn duidelijk in siësta gedompeld. Na Pallioselli zoeken we naar de weg naar Vrisochori. Volgens de kaart zou het een weg moeten zijn net na het dorp. Maar daar is alleen een gravelweg te zien, die zéééér steil naar beneden gaat. Alsof je jezelf van een rots stort, zeg maar. Dat kan hem toch niet zijn?? Gelukkig vinden we na wat heen en weer gerij in Palioselli zelf ook nog een weg naar Vrisochori, die er nieuw en uiterst betrouwbaar uitzien. Een eindje verder blijkt dit de nieuwe weg naar Vrisochori te zijn en de steile weg (die we dus maar niet namen) de oude! Na 2 km blijkt het asfalt op en is de weg 'under construction'. Nu volgt ruim 10 km gravelweg, waar je maximaal 20 km per uur mag rijden. Als het meezit lukt dat, vaak ook niet. Een groot gedeelte van de weg is alleen afgegraven en vol stenen gestort. Voorgangers op de weg hebben een soort van spoor uitgezet, waar we angstvallig in proberen te blijven. Er is niemand aan het werk, de hele weg is doodstil, net alsof je van de wereld af gaat rijden. Wat gelukkig niet het geval is, want uiteindelijk volgt toch weer een 'geprepareerd stuk gravel' gevolgd door asfalt en begint het weer op de bewoonde wereld te lijken.

Het eerste enigszins levende dorp dat we daarna tegenkomen is Tsepelovo, waar we zowaar een leuk terras vinden. Het is inmiddels half zes en we eten hier fantastisch, met uitzicht op de berg tegenover. De weg terug is easy na zoveel oefening in bochten, remmen, optrekken, uitkijken, gaten en schildpadden ontwijken, koeien en schapen omzeilen en vooral ook een Griekse kaart vergelijken met Griekse wegaanduidingen...  

Onderweg zijn we in totaal een stuk of 5 Nederlandse auto's tegengekomen, wat toch best bijzonder is gezien dit verlaten gebied!

O ja, je kunt hier alleen pinnen in Kalpaki of Ioannina... Kalpaki is toch zeker een klein uurtje rijden. Lang leven de creditcard, maar ja het geld is nu echt op en een kop thee betaal je er niet mee. Gelukkig heeft ons hotel een theevoorziening! Zaterdag naar Kalpaki, pinnen en misschien dit weblog bijwerken. Want Monodendri heeft ook geen internetfaciliteit!
 

Zaterdag 31 mei - Kalpaki en de regio er om heen
We gaan vroeg op pad, richting Kalpaki. De route er naar toe gaat door een prachtige vallei, met overal bloemen in allerlei kleuren. Er steken regelmatig schildpadden, hagedissen en salamanders over, dus ondanks de stille weg blijft het uitkijken... Kalpaki blijkt niet echt groot te zijn. Wel hebben ze een mega-supermarkt. En een pin erbij! Met geld is het leven weer een stuk gemakkelijker. Er is geen internet in Kalpaki, geen leuk café, dus we gaan maar weer een middagje omgeving verkennen. Het wordt wat zoeken, want de kaart is per definitie iets anders dan de weg en de bewegwijzering. Maar de omgeving is mooi, dus wat maakt het uit. Het is een streek waar heel veel bloemen bloeien en dus ook tal van vlinders vliegen. Prachtig.
We rijden via Parakalambos, Vrondismena, Mazaraki, Lithino, Raïko, Soulopoulo naar Ioannina. Het is een heel ander landschap dan de Zagoriastreek, veel glooiender met meer grasland en beekjes. Maar in heel de regio is geen leuk terras te bekennen. Er is ook vrijwel geen toerist te zien, het gebied wordt duidelijk met rust gelaten.  

Ioannina is uiteraard een echte Griekse stad. Druk (zaterdag), vol auto's die overal staan waar ze dat niet mogen en vechten om een parkeerplek. We hebben mazzel en vinden een plekje aan de 'boulevard' van het meer, direct achter het fort.  Deze boulevard is met bomen begroeid (deels) en dus schaduwrijk om te wandelen. Heerlijk vanwege de ietwat koele wind, zodat we opgefrist rond vier uur op een terras gaan eten. We zijn niet de enige, het is een en al Grieks gekakel  om ons heen. Druk en gezellig, en het eten super. Hier is het vaak de gewoonte om in het weekend 's middags warm te eten, zo tussen 2 en 6 zijn vele terrassen en restaurants goed gevuld. Tussen 7 en 10 uur 's avonds is het dan borreltijd en zijn de 'drinkterrasjes' voller dan vol. De stad doet heel gezellig aan en we besluiten om hier een paar dagen door te brengen, vanaf zondag. Het is een goede uitvalsbasis voor tochten in de omgeving.

Ioannina kende een bloeitijd onder de Turkse overheersing. In die tijd vormden zich beroemde handwerkersgilden, waaronder die van de zilversmeden. Het is ook nu nog bekend om z'n zilver handwerk. De Turkse invloed is nog overal zichtbaar, onder meer in het fort, op een landtong in het Pamvotis-meer. Het dateert uit de dertiende eeuw, maar werd in 1815 door de Turkse tiran Ali Pasha herbouwd. Deze Ali Pasha heerste lange tijd over de regio. In 1822 werd hij naar het eiland Nisi (in het meer) gelokt en gedood.

 


 

 

Plaats je reactie

Comments

No one has commented on this page yet.

RSS feed for comments on this page | RSS feed for all comments